BRICS, PIGS, BANCOR en CARBON
Column Financieel expert Bruno Iserbyt
China-specialist Jonathan Holslag stond nogal afwijzend tegenover het – overwegend Chinese – initiatief om een BRICS-reservevaluta te creëren die de Amerikaanse dollar zou kunnen uitdagen.
De BRICS-landen, dat zijn Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika (South-Africa). Ondertussen kregen ook Saudi-Arabië, Iran, Argentinië, Egypte, Ethiopië en de Verenigde Arabische Emiraten een uitnodiging om bij het clubje van opkomende economieën te komen.
Reservemunt? Allicht lig je niet wakker van zo’n abstracte concepten. En toch. Feit is dat de rol die geld speelt bij het vormgeven van onze economie schromelijk over het hoofd wordt gezien. De veronderstelling dat geld politiek neutraal is, is een misvatting. Met geld kunnen we China economisch versterken. Of het klimaatprobleem helpen oplossen.
Met geld kunnen we China economisch versterken. Of het klimaatprobleem helpen oplossen.
Een beetje geschiedenis
Eerst een kleine geschiedenisles. Ons huidige monetaire systeem is een overblijfsel van het systeem dat in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Bretton Woods werd ingevoerd. Het Bretton Woods-systeem vereiste dat landen de inwisselbaarheid van hun valuta in Amerikaanse dollars moesten garanderen tot binnen 1% van vaste koersen, waarbij de dollar voor buitenlandse overheden en centrale banken in ongemunt goud kon worden omgezet tegen een prijs van 35 dollar per 0,88867 gram goud.
Het Bretton Woods-systeem stortte begin jaren zeventig in. Op 15 augustus 1971 beëindigden de Verenigde Staten de omwisselbaarheid van de Amerikaanse dollar in goud, waarmee feitelijk een einde kwam aan het Bretton Woods-systeem en de dollar een fiat valuta werd (gebaseerd op geloof in plaats van een fysieke achterliggende goudvoorraad).
Als reactie stuurde de Franse president Charles de Gaulle begin augustus 1971 een oorlogsschip naar de haven van New York met instructies om zijn goud terug te halen van de New York Federal Reserve Bank. De Gaulle zei in 1965 al dat de dollar onmogelijk ‘een onpartijdig en internationaal handelsmedium’ kon zijn. De dollar was volgens hem een kredietinstrument dat slechts aan één staat is voorbehouden. De Gaulle zat er boenk op.
Het einde van Bretton Woods leidde rechtstreeks tot de monetarisering van onze samenleving en de financiële crisis van 2008. Maar tegen die tijd hadden de VS zichzelf gepositioneerd als economische overheerser van het grootste deel van de wereldeconomie.
Duitsland deed hetzelfde met de andere Europese landen. Of beter gezegd – volgens de Griekse econoom Yanis Varoufakis – dwongen de Amerikanen Europa zich te verenigen, waardoor Europa het hinterland van Duitsland werd. Met de introductie van de Euro werden de PIGS-landen (Portugal, Ierland, Griekenland en Spanje) overspoeld met goedkoop geld (rentetarieven in lijn met de Duitse rente), zodat Duitsland zijn handelsoverschot kon recyclen. Dit leidde tot de bijna-instorting van Griekenland en verwoestende vastgoedcrises, met name in Ierland.
Met andere woorden: als je je handelsoverschot kunt recyclen, verkrijg je economische en dus politieke hegemonie. Als je van je munt een reservevaluta kunt maken (zoals de dollar was, de Duitse mark voor Europa of, in mindere mate, de yen), kun je je rol verstevigen.
Als je van je munt een reservevaluta kunt maken , kun je je rol verstevigen.
BRICS
En de BRICS dan? Het handelsoverschot van China is de afgelopen twintig jaar exponentieel gestegen, terwijl dat van de VS daalde. Onze leiders hebben Europa met veel plezier het hinterland van China gemaakt door bijna alle productiecentra naar het oosten te verplaatsen. We kopen sinds een paar decennia massaal ‘Made in China’. Nu China met de VS concurreert als economische grootmacht, wil het zijn eigen reservevaluta creëren.
Maar dit hoeft geen fatalistisch verhaal te zijn. Zoals ik al zei: het hoefde niet zo te zijn. Keynes had een werkelijk neutraal alternatief voorgesteld: de bancor. De bancor was een supranationale munteenheid die hij en E.F. Schumacher in de jaren 1940–1942 uitdacht en die het Verenigd Koninkrijk na de Tweede Wereldoorlog voorstelde in te voeren.
De naam is geïnspireerd op de Franse Banque Or. Deze nieuw gecreëerde supranationale munt zou dan in de internationale handel worden gebruikt als rekeneenheid binnen een multilateraal clearingsysteem – de International Clearing Union – dat eveneens zou moeten worden opgericht. Maar dit zou de VS niet de economische invloed hebben gegeven die Bretton Woods hen uiteindelijk gaf.
Met de carbon zouden we fossiele brandstofbedrijven kunnen vergoeden voor het in de grond laten zitten van hun bezittingen.
In zijn uitstekende roman ‘The Ministry for the future’ voorziet Kim Stanley Robinson de ‘carbon’ (grappig genoeg een anagram van bancor) als de nieuwe wereldreservevaluta. De munt zou worden gesteund door de grote centrale en nationale banken, zodat we fossiele brandstofbedrijven zouden kunnen vergoeden voor het in de grond laten zitten van hun bezittingen: Carbon Quantative Easing.
De carbon zal misschien niet lang fictie blijven. Centrale bankiers hebben de mogelijkheid van kwantitatieve versoepeling besproken om de koolstofarme inspanningen te ondersteunen – een bemoedigend teken dat zoiets als dit zou kunnen worden doorgevoerd. Het Network for Greening the Financial System (NGFS), bestaande uit vertegenwoordigers van meer dan 100 centrale banken in de wereld, heeft een witboek gepubliceerd waarin negen methoden worden opgesomd voor het groener maken van geld, en deze procedures zouden kunnen oplopen tot zoiets als een koolstofmunt.
Het is duidelijk dat we na de ineenstorting van Bretton Woods in een monetaire Wild West zijn terecht gekomen. Er moet een alternatief systeem worden opgezet. Ik zou liever de geboorte van de carbon zien, dan de opkomst van de BRICS.