Brusselse beurs kiest ‘meest duurzame’ grote bedrijven
De beursuitbater Euronext heeft een index samengesteld, de Bel ESG, met de ‘meest duurzame’ grote en middelgrote bedrijven van de Brusselse beurs. Twintig bedrijven maken deel uit van de nieuwe aandelenkorf, naar analogie met de klassieke graadmeter Bel20.
We zetten ter vergelijking de Bel ESG-index even naast zijn grote broer de Bel20.
Het duurzame lijstje levert heel wat stof tot nadenken en ook voer voor discussie.
Eerst dit. Een index wordt samengesteld op basis van een indexreglement dat vaak niet echt uitblinkt in duidelijkheid. Het is bijvoorbeeld elk jaar koffiedik kijken welk bedrijf een plaatsje verovert in de Bel20 en wie eruit wordt gewipt. Ook voor de Bel ESG-index stelde Euronext regels op. U kan ze hier zelf nalezen.
Samengevat kijkt Euronext in de eerste plaats naar de omvang van de bedrijven en vooral of het aandeel voldoende vrij verhandeld wordt. Dit eerste criterium heeft dus niets met duurzaamheid te maken.
Daarna sluit Euronext een aantal ‘controversiële activiteiten’ uit. Het gaat bijvoorbeeld om tabak, bepaalde soorten wapens, steenkool en olie uit teerzanden, schaliegesteente of arctisch gebied. Het gaat om activiteiten die standaard worden uitgesloten door veel investeerders groot en klein.
Vervolgens moet elk bedrijf tot het beste kwart van zijn sector behoren. Dat gebeurt op basis van de ESG-scores die bedrijven krijgen van Sustainalytics, een informatiekantoor dat bedrijven beoordeelt aan de hand van punten voor hun prestaties op het vlak milieu (E), sociaal beleid (S) en goed bestuur (G).
Tot slot worden uit alle bedrijven die na deze drie criteria nog in aanmerking komen de twintig gekozen die het hoogste scoren. Hier bleken maar 18 bedrijven de screening door te komen en dus werden Barco en Shurgard opgevist, ook al behoren ze niet tot het beste kwart van hun klas.
Kritiek
We zullen ons hier niet uitspreken of bedrijf x en y hun plaatsje wel of niet verdienen in een korf duurzame aandelen. Ten eerste beschikken we niet over alle informatie om dat te doen. Ten tweede hangt dit soort lijstjes ook af van wat je precies onderzoekt of belangrijk vindt.
Op basis van de uitsluitingscriteria is wellicht geen enkel bedrijf op de Brusselse beurs uitgesloten.
Wel kunnen we de volgende kritische bedenkingen formuleren. Het is duidelijk dat de uitsluitingslijst niet erg ver gaat. Wellicht is op basis van die criteria geen enkel bedrijf op de Brusselse beurs uitgesloten.
Daarna maakt Euronext gebruik van de ESG-scores van Sustainalytics. Die meten welk risico bedrijven lopen op verscheidene ESG-criteria. Concreet meten de scores bijvoorbeeld of de klimaatverandering een groot risico inhoudt voor het bedrijf en niet omgekeerd wat het bedrijf bijdraagt aan de klimaatveranderingen.
Euronext heeft voorts ook ingegrepen in de samenstelling van de index om te vermijden dat een aantal sectoren zouden domineren. Het is nu eenmaal logisch dat een holding die financiële participaties aanhoudt of een vastgoedbedrijf beter scoren dan een bedrijf met een pak fabrieken. Hoe Euronext precies ingrijpt om verschillende sectoren aan bod te laten komen is niet meteen duidelijk.
Over de zin en onzin van het uitsluiten van bepaalde activiteiten en de integratie van ESG-scores hebben we het heel uitgebreid in onze E-learnings. Maar wie duurzaamheid echt hoog in het vaandel draagt, zal ongetwijfeld de wenkbrauwen fronsen bij het zien van de gebruikte methode en de uiteindelijke samenstelling van de index.
Functie
Wat doet het er toe? Alleen al het feit dat nagenoeg alle toppers van de bedrijven in de index present tekenden op de officiële lancering spreekt boekdelen. Mocht het voor hen niet belangrijk zijn, ze hadden zich de moeite niet getroost. Ook het ongenoegen bij VGP dat ze niet zijn opgenomen getuigt van het belang.
In de eerste plaats is er het prestige. Een duurzaam imago is nu eenmaal belangrijk, zowel bij klanten als bij beleggers. Een plaatsje onder de ‘meest duurzame’ aandelen kan daar bij helpen.
Maar er kunnen ook financiële gevolgen zijn. Dit soort indexen wordt immers in toenemende mate gevolgd door investeerders en allerlei fondsen. Het kan dus dat de indexleden in de toekomst op meer belangstelling en – wie weet – zelfs hogere koersen zullen mogen rekenen.