ESG-scores: nood aan menselijke hand

Auteur: Bruno Iserbyt

 

Nu de regelgeving de afgelopen jaren is aangescherpt, vooral in de EU,  worden beleggers steeds nadrukkelijker in de richting van duurzaam beleggen geduwd. Dit zorgt ervoor dat de zogenaamde ESG scores, punten die bedrijven halen op vlak van milieu (E), sociaal beleid (S) en goed bestuur (G),steeds meer met argusogen wordt bekeken.

Tegelijkertijd is er sprake geweest van consolidatie van ESG-dataproviders: er blijft nog slechts een handvol onafhankelijke beoordelaars over. Volgens het ‘Rate the Raters’-rapport van advieeskantoor ERM voor 2023 heeft de consolidatie van commerciële spelers de ESG-scores niet objectiever gemaakt. Er bestaat niet eens een officiële of standaarddefinitie van ESG-ratings.

Mathematisering

Er vond de afgelopen decennia een grote golf van mathematisering in de economie plaats. Helaas kan de mathematisering van ESG-ratings leiden tot perverse effecten. Grotere bedrijven scoren bijvoorbeeld doorgaans beter dan kleinere, en bedrijven uit regio’s met strengere rapportagevereisten scoren vaak hoger dan bedrijven met hun hoofdkantoor in minder veeleisende rechtsgebieden.

Er bestaan nog steeds aanzienlijke verschillen tussen de ESG-ratings.

Milieubeoordelingen zullen waarschijnlijk eerder gestandaardiseerd en geloofwaardig worden dan sociale beoordelingen, vanwege de voortdurende inspanningen op het gebied van het milieubeleid en het feit dat er simpelweg meer kwantitatieve maatstaven beschikbaar zijn over dit onderwerp.

Ondanks de recente golf van mathematisering bestaan er nog steeds aanzienlijke verschillen tussen de ESG-ratings. Uit één onderzoek bleek dat de beoordelingen van vijf grote leveranciers van ESG-gegevens slechts voor 60% met elkaar overeen waren, vergeleken met 99% voor kredietbeoordelingen.

Om de complexiteit van de ESG-sector tegen te gaan, zijn er verschillende standaardisatie- en aggregatie-initiatieven voorgesteld. Maar is mondiale standaardisatie mogelijk, of zelfs wenselijk? Het negeren van culturele verschillen is misschien niet de beste manier om ESG-beoordelingen objectiever te maken.

In het ‘Rate the Raters’-rapport van ERM voor 2023 klaagt een duurzaamheidscoördinator bij een Japanse autofabrikant bijvoorbeeld dat zijn bedrijf een lagere ESG score krijgt vanwege wetten of gebruiken van zijn land in plaats van zijn bedrijf.

Legitimiteit: Quis custodiet ipsos custodes?

Zowel de academische wereld als de media twijfelen aan het nut en de betrouwbaarheid van ESG-ratings als het gaat om het bevorderen van duurzaamheid. Voor een deel komt dit door de perceptie dat sommige bedrijven ‘het systeem bespelen’: ze behalen goede ESG-ratings zonder hun prestaties daadwerkelijk te verbeteren. 

Er bestaan ook misvattingen over het doel van ESG-ratings. Te vaak worden beoordelingen gezien als een indicator van duurzaamheid. Hoewel ESG-ratings inderdaad de prestaties van bedrijven op het gebied van duurzaamheid moeten beoordelen, geven ze geen volledig (of zelfs accuraat) beeld.

De bredere impact van bedrijven op mens en milieu wordt verwaarloosd.

In de praktijk is het merendeel van de ESG-ratings gericht op de financiële materialiteit van bedrijven – de financiële risico’s waarmee zij worden geconfronteerd als gevolg van ESG-factoren – terwijl de bredere impact van bedrijven op mens en milieu wordt verwaarloosd.

Discursieve methode

ESG-labels moeten in wezen twee heren dienen. Aan de ene kant is er het maatschappelijk middenveld – een belangrijke stakeholder. Maatschappelijk verantwoord beleggen is oorspronkelijk ontstaan om investeringen in maatschappelijk ongewenste activiteiten te voorkomen, bedrijven aan te moedigen duurzamer beleid te kiezen en institutionele veranderingen te bevorderen. De beweging blijft dus nauw verbonden met het maatschappelijk middenveld, dat druk kan uitoefenen op het bedrijfsleven.

Aan de andere kant maken ESG-labels ook deel uit van de financiële dienstverlening. Dit maakt ze onderhevig aan druk waarmee de sector wordt geconfronteerd, waaronder de noodzaak/plicht om een stabiel rendement op investeringen te genereren.

Puur rekenkundige modellen schaden de legitimiteit, maar verbeteren de transparantie. Discursieve mechanismen, gebaseerd op de mening van experts, verminderen de transparantie maar vergroten de legitimiteit onder bepaalde actoren. Forum Ethibel pleit voor het gebruik van zowel berekenende als discursieve oordeelsmechanismen. De combinatie helpt de legitimiteit te behouden – een cruciale voorwaarde voor het vertrouwen van het grote publiek in duurzaamheid.

Gerelateerde Artikelen