
Het whataboutism rond Ørsted
Auteur: Bruno Iserbyt
‘Zie je wel dat het niet werkt, kijk maar naar Ørsted’, horen we bijna dagelijks. Financieel expert Bruno Iserbyt legt uit waarom een Deense windmolenbouwer weinig zegt over duurzaam beleggen. “Ørsted’s crisis toont niet het falen van hernieuwbare energie, maar het gevaar van politieke instabiliteit.”
De Deense windenergiegigant Ørsted, ooit het boegbeeld van de groene revolutie, vecht tegen een storm van financiële en politieke tegenwind. Sinds 2021 verloor het aandeel 85% van zijn waarde. In de Verenigde Staten liggen miljardenprojecten stil, en het bedrijf zoekt 8 miljard euro aan vers kapitaal om overeind te blijven. Aanleiding voor veel critici om de begrafenis van duurzaam beleggen te organiseren. Maar wie Ørsted ziet als het bewijs van een falende energietransitie, mist het grotere plaatje.
Don Quichote in het Witte Huis
De grootste klap komt uit de VS, waar president Donald Trump een persoonlijke kruistocht voert tegen offshore windenergie. Zijn afkeer voor windmolens is legendarisch. Hij noemde ze ooit “lelijke, dodelijke vogelversnippers” en vocht jarenlang tegen een windpark dat het uitzicht van zijn Schotse golfbaan zou verstoren.
De Trump-administratie zette het Revolution Wind-project van Ørsted stop, hoewel het project al voor 80% voltooid was. Eerder blokkeerde hij ook een project van het Noorse Equinor en schrapte hij subsidies voor de sector.
Trump beschikt over echte politieke macht – en die gebruikt hij om miljardeninvesteringen te saboteren.
Trump is een Wild West-persiflage van Don Quichote, die windmolens aanzag voor monsters. Maar in tegenstelling tot Cervantes’ tragikomische held beschikt DJT over echte politieke macht – en die gebruikt hij om miljardeninvesteringen te saboteren.
Politieke storm, geen structurele zwakte
Ørsted lijdt onder deze grillige politieke wind, maar blijft operationeel sterk. Het bedrijf verwacht in 2025 een operationele winst van 28 miljard Deense kronen en boekt een rendement van 7,5% op geïnvesteerd kapitaal – zelfs 12,3% zonder afschrijvingen. In Europa en Azië draaien projecten in Duitsland, Polen, het VK en Taiwan op volle kracht.
Ondertussen verkopen de Denen delen van hun portefeuille om liquiditeit te behouden. De Deense staat (50,1% aandeelhouder) en grote banken zoals JPMorgan Chase blijven het bedrijf steunen. De kapitaalverhoging is geen reddingsoperatie maar een strategische zet om toekomstige groei te financieren.
China raast vooruit
Terwijl Ørsted in de VS vastloopt, versnelt China de energietransitie. Het land installeert meer zonne- en windenergie dan de rest van de wereld samen, wint lithium uit zeewater – een doorbraak voor batterijproductie – en domineert de toeleveringsketens voor groene technologie.
China bewijst dat de energietransitie niet afhangt van één bedrijf of één land. Zelfs als Ørsted struikelt, groeit de wereldwijde capaciteit voor hernieuwbare energie exponentieel.
Offshore wind blijft cruciaal
Critici wijzen op de hoge kosten van offshore wind. Dat klopt: het is duurder dan zonne-energie of wind op land. Maar de prijs daalt snel – met 70% in de afgelopen tien jaar – en offshore wind biedt betrouwbaarheid die zonne-energie niet kan garanderen. Europa en Azië blijven investeren, ongeacht de politieke chaos in de VS.
Ørsted blijft een marktleider met een sterke pijplijn aan projecten. In België werkt het bedrijf al jaren samen met lokale partners en heeft het een kantoor in Brussel. Onze Noordzee behoort tot de meest dynamische offshore windregio’s ter wereld. Terwijl Trump windmolens saboteert, bouwt Europa verder – met Ørsted als belangrijke speler.
De energietransitie vraagt om stabiel beleid
Ørsted’s crisis toont niet het falen van hernieuwbare energie, maar het gevaar van politieke instabiliteit. Grote investeerders zoals Norges Bank Investment Management (NBIM) blijven strengere duurzaamheidsrapportage eisen, zelfs als de EU via het Omnibus-pakket probeert te versoepelen. De Europese Centrale Bank waarschuwt dat minder transparantie rond klimaatrisico’s de financiële stabiliteit ondermijnt.
De markt beweegt sneller dan de politiek. Bedrijven die kapitaal willen aantrekken, moeten voldoen aan internationale standaarden – ongeacht wat beleidsmakers beslissen.
Wie Ørsted gebruikt als bewijs dat duurzaam beleggen niet werkt, kijkt te kort.
Conclusie: Ørsted wankelt, maar de energietransitie staat stevig
Wie Ørsted gebruikt als bewijs dat duurzaam beleggen niet werkt, kijkt te kort. De technologie wordt goedkoper, de investeringen groeien, en de wereldwijde energietransitie versnelt. Ørsted’s problemen zijn tijdelijk en politiek van aard. De sector toont veerkracht – en zelfs een reus als Ørsted kan herstellen zodra de politieke wind weer gunstig waait.
Om het met Shakespeare te zeggen: “Is there something rotten in the state of Denmark?” Het antwoord: “Much ado about nothing.”